Experiment - Productiefactoren en productiviteit
Tijdens dit experiment ervaren leerlingen wat de wisselwerking tussen de productiefactoren arbeid en kapitaal is.

Leerdoelen
Na dit experiment:
- kan de leerling uitleggen hoe arbeid en kapitaal de potentiële productie bepalen;
- kan de leerling het concept van afnemende meeropbrengsten verklaren;
- kan de leerling uitleggen welke impact proces- en productinnovatie op de potentiële productie hebben.
Eindtermen H2.1 (havo) en H2.2 + H2.3 (vwo)

Benodigdheden
- 200 tot 300 stuiterballen*
- Een plastic zak om de stuiterballen in te doen
- Twee grote bakken of kommen (waar alle stuiterballen in passen)
- 20 tot 30 bekertjes
- 3 lege tafels
- iets met een stopwatchfunctie
*of kralen, het gaat erom dat ze kunnen wegrollen.

Stappenplan
Voorbereiding:
Plaats 1 lege tafel in het midden van je lokaal. Zorg ervoor dat om de lege tafel heen zo veel mogelijk vrije ruimte is. Het handigst is als je alle andere tafels opstelt langs de contouren van je lokaal, waarbij je zorgt dat er nog 2 makkelijk te pakken zijn (die heb je straks nodig). Plaats de zak met stuiterballen op de tafel.
Maak een ruime kring van stoelen om de lege tafel heen, zodat iedere leerling een zitplaats heeft.
Instructiefase
De leerlingen krijgen de volgende instructie:
Welkom in de fabriek. In deze fabriek maken we producten. Een product bestaat 10 stuiterballen in ten minste 4 verschillende kleuren. De enige plek waar een product gemaakt kan worden is op een werktafel (wijs de centrale tafel aan). Als er een stuiterbal van de werktafel af rolt, komt de productie stil te liggen tot deze bal terug op de werktafel ligt. In deze fabriek werken productiearbeiders, procesinspecteurs, één kwaliteitsinspecteur en één manager.
Als productiearbeider sta je naast de werktafel en zorg je ervoor dat je zo snel mogelijk, zo veel mogelijk producten maakt.
Als procesinspecteur zit je in de kring en houd je toezicht op het goed verlopen van het productieproces. Zodra er een stuiterbal van tafel rolt geef je dit duidelijk aan en let je erop dat de productiearbeiders stoppen met werken tot de stuiterbal terug op de werktafel ligt. Je mag de productiearbeider hier niet bij helpen, zij moeten de gevallen ballen dus zelf weer oprapen.
Als kwaliteitsinspecteur controleer je na elke ronde of de gemaakte producten aan de eisen voldoen:
- 10 stuiterballen
- 4 verschillende kleuren
- verdeeld op de werktafel in duidelijk te onderscheiden clusters
Als manager houd je de tijd in de gaten met een stopwatch en geef je aan wanneer een werkdag begint en eindigt.
Fase 1 - 1 minuut